banner
Woningloze

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen / nooit vond ik ergens anders onderdak / voor de eigen haard gevoelde ik nooit een zwak / een tent werd door den stormwind meegenomen.
   Dat schreef J. Slauerhoff in Woninglooze.
   Vanaf 1 januari ga ik in België wonen, maar ik heb mijn huis in Duitsland al opgegeven. Ik ben officieel uigeschreven bij het Bürgerbüro. Een woningloze ben ik. Ik verblijf hier en daar, eigenlijk alleen om te slapen en te eten. Daarna ben ik weer de hort op. Werken.
   Schrijven schiet er ook bij in. Soms zelfs komen de woorden niet meer. Betekent dat de dood van de schrijvende ik?
   Het zal lang duren maar de tijd zal komen / dat mij vóór den nacht mij de oude kracht ontbreekt / en tevergeefs naar zachte woorden smeekt / waarmee 'k weleer kon bouwen en de aarde / mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de / plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.

7 december 2015, Steven Verhelst
Trein naar surrealisme

Ik nam de S-Bahn naar een station in het noorden van Essen. Ik wilde tegenover iemand gaan zitten, maar zag plotseling dat er op de grond een klein plasje kots lag. En daar middenin een sleutel. Ik deinsde achteruit en liep verder. De jongen die er zat glimlachte begrijpend. Maar zelf vond hij het blijkbaar geen bezwaar daar te zitten.
   Een sleutel in een kledder kots. Daar zat een verhaal achter.
   Ik ging ergens anders zitten. Schuin tegenover me zat een vrouw met een vreemd gevormd gezicht. Een lap vlees hing langs haar wang naar beneden. Als een kalkoen.
   Hoe vaker ik er even naar keek, hoe meer de vrouw op een kalkoen begon te lijken.
   Was ik hier in een surrealistisch verhaal terechtgekomen, waarin mensen langzaam in dieren veranderen? Misschien was de jongen die daarnet nog geglimlacht had, nu al veranders in een hond die de plas kots aan het oplikken was.
   Mijn trein stopte bij het station en ik maakte me zo snel als ik kon uit de voeten.

20 november 2015, Steven Verhelst
Schnitzeljagd

Mijn vrouw hield een afscheidsfeestje, omdat ze over een week naar België vertrekt. Ze organiseerde een zogenaamde Schnitzeljagd.
   Ik was nog nooit op een Schnitzeljagd, en een schnitzel is er ook niet te winnen. Het gaat om een speurtocht met raadsels tussendoor. Het woord Schnitzeljagd komt oorspronkelijk van de papierstukjes die je moet zoeken en ook wel Schnitzel genoemd worden. Ik was meteen aangesteld als een van de spelleiders, dus ik had een belangrijke rol. 
   Liever was ik natuurlijk op een krokettenjacht gegaan. Maar die zal ik wel zelf moeten organiseren.

13 september 2015, Steven Verhelst
Zwagerman

zwagermanVroeger ging ik vaak naar het Letterkundig Museum in Den Haag. Toen de permanente tentoonstelling "Waar Woorden Gaan" er nog was.
   Ik stapte meestal op Hollands Spoor uit en liep door de Haagse rosse buurt in de richting van Den Haag Centraal, waarachter het Letterkundig Museum lag. Ik stapte langs de ramen en bekeek de meisjes in bikini, maar koos uiteindelijlk voor de letteren. Literatuur is voor eeuwig en een ontmoeting op  zo'n treurig kaal matras met een handdoek erop slechts voor vijf of tien minuten. Die dames proberen je zo snel mogelijk weer buiten de deur te krijgen.
   Elk bezoek aan het Letterkundig Museum bleef ik een paar minuten voor de vitrine met het manuscript van Gimmick! staan.
   Thom Hoffman noemde Gimmick! "De Avonden van de jaren 80." En misschien is dat ook wel zo. Het is al zeker twintig jaar geleden dat ik het gelezen heb. Hoog tijd om het nog eens open te slaan.
   Eerder dit jaar gaf Zwagerman zijn archief aan het Letterkundig museum. Manuscripten, een jasje, een typmachine.
   Was hij toen al bezig afscheid te nemen?
   Gisteravond werd bekend dat Joost Zwagerman door zelfmoord om het leven is gekomen.
   Begin jaren negentig las ik zijn boeken, toen ik besloot om redacteur van de schoolkrant te worden, toen ik merkte dat schrijven iets waardevols was, toen ik er langzaamaan van overtuigd raakte dat ik ook schrijver wilde worden - een ambitie die na mijn verhuizing uit Nederland ergens in het midden is blijven zweven, maar dit terzijde.
   Zwagerman vertelde in De Wereld Draait Door regelmatig over kunst, met passie, met enthousiasme. Maar dat zegt niet zo veel. Depressieve mensen kunnen zichzelf anders voordoen dan ze zich voelen. Dat weet ik uit ervaring.
   Anders dan Grunberg en Giphart ging hij de "Generatie Nix" vooraf. Hij had de bewonderenswaardige gave om steeds weer een compleet andere roman te kunnen schrijven. In een andere stijl, als een kameleon. De houdgreep. Gimmick! Vals licht. De buitenvrouw. Chaos en rumoer. Zes Sterren. Het lijkt misschien niet veel in de bijna dertig jaar dat hij schrijver was, maar hij publiceerde ook verschillende dichtbundels, bloemlezingen en talloze bundels met essays.
   Ik heb Joost Zwagerman slechts een keer live gezien. In Spijkenisse trad hij samen met Ronald Gipart op. Ik stelde een vraag - intelligent genoeg om een boek kado te krijgen. Zo groot was ons generatieverschil. Ik stelde vragen over boeken, hij deed boeken kado.
   Vanavond doe ik niks. Ik lees niks, ik luister niks. Ik ben stil. Ik drink een flesje wijn, mijn gedachten vol groen papier.

9 september 2015, Steven Verhelst
Realismus

grunberg

Aan de Universiteit van Duisburg-Essen hield Arnon Grunberg vandaag een lezing over realisme. Hij las een aantal citaten voor, de meeste van J. M. Coetzee. Hij vertelde over zijn eigen werk. Hij zei: de mensen zeggen dat mijn werk absurd is. Of, om met Gerard Reve te spreken: Er komt geen normaal mens in voor.
   Maar wat is een normaal mens?
   Daarop kwamen we tijdens de vraag-en-antwoord sessie helaas niet meer terug.
   Waar kom je tegenwoordig nog normale mensen tegen? In de S1 naar Dortmund zie ik ze niet. Op de televisie ook niet. Maar dat is misschien inherent aan dat medium. Zodra er een camera in de buurt is, gaan mensen zich anders gedragen. En daarmee komen we op een tweede punt dat in Grunbergs lezing kort naar voren kwam: iedereen heeft niet één, maar meerdere identiteiten.
   Terug naar Realisme. Grunberg gaf ons een citaat van een andere schrijver, wiens naam ik vergeten ben. Literatuur haalt het gordijn weg en laat ons de werkelijkheid zien.
   In zoiets kan ik me vinden. Maar de werkelijkheid kun je nooit beschrijven. De werkelijkheid is voor ieder anders. Misschien kun je proberen om dicht bij de waarheid te komen. Voor mij wijst literatuur op de belangrijke dingen binnen de wereld. Het leven gaan niet om dat of dat of dat, maar om dit hier.

17 juni 2015, Steven Verhelst
 Afhankelijk

Chuck Palahniuk

De afgelopen dagen waren misschien rustiger dan ooit. Mijn internet en telefoon waren defect. Als ik na het werk thuiskwam, kon ik niet gebeld worden, geen e-mails versturen, geen YouTube kijken of iets via uitzendinggemist.nl, niets opzoeken op Wikipedia, op Facebook lezen waar 'vrienden' zich mee bezighouden, of een recept Googelen.
   Ik kon weer eens op het balkon zitten met een glaasje wijn en luisteren hoe de vogels fluiten. Een boek lezen. Aan een verhaal schrijven.
   Misschien moest het internet maar eens vaker kapot zijn. En de telefoon. De DVD-speler. De televisie.
   The things you own end up owning you. It's only after you lose everything that you're free to do anything - een citaat van Chuck Palahniuk uit zijn roman Fight Club.

13 mei 2015, Steven Verhelst
Down & Out

Sommige schrijvers moeten rock bottom raken voordat het iets wordt.
   George Orwell verbleef een tijd in Parijs zonder een cent te makken. Hij beschreef een deel van zijn ervaringen in Down and Out in Paris and London, een boek dat ik momenteel lees als ik op het station op de trein sta te wachten.
   Het schijnt ook een inspiratie voor Charles Bukowski te zijn geweest voor zijn roman Factotum. Naast zijn eigen ervaringen in verschillende beroepen. Hij probeerde wel schrijver te worden, maar pas toen hij in de vijftig was, publiceerde hij zijn eerste roman.
   Misschien is er nog hoop voor mij.
   Wanneer raak ik mijn rock bottom?
   Of was ik daar al?

10 mei 2015, Steven Verhelst
Schrijfmachines

Het boek "Nooit meer typen" verscheen deze week, een overzicht van de collectie van schrijfmachines van Willem Frederik Hermans. De schrijfmachine was de piano van de schrijver. Hermans heeft al zijn boeken op vier schrijfmachines geschreven - de laatste was een elektrische.
   Zelf heb ik ook nog met een Triumph schrijfmachine gewerkt. In de brugklas haalde ik mijn typ-diploma, en een paar jaar later schreef ik stukken voor schoolkrant "Groenvoer" op die typmachine. Het waren jaren van Tipp-ex, van opnieuw iets overtypen, van knippen en plakken.
   Ik weet niet waar de typmachine die ik vroeger gebruikte, is gebleven. Ik vermoed dat hij nog ergens in een kast staat bij mijn ouders - of anders is weggegeven bij een of andere bazar. Dat laatste zou natuurlijk jammer zijn.
   Als ik in Gent ben, moet ik zeker langs boekhandel Limerick. Want daar staat nu de collectie van W. F. Hermans. Meer dan honderd schrijfmachines. En dat is mooi.

21 april 2015, Steven Verhelst
Cocktail

cocktail

De afgelopen dagen bracht ik in bed door met een enorme verkoudheid. Ik ging slapen met hoofdpijn en ik werd wakker met hoofdpijn - en dat dagen lang. Gelukkig had ik een vrouw die mij thee aan het bed kwam brengen. En een cocktail van chemicaliën. Amylmetacresol, dichlorobenzyl alcohol, ambroxol, acetylcysteine, ibuprofen.
   Of acetylcysteine echt werkt (het zou vastzittend slijm loswerken, door disulfide bruggen in eiwitten te reduceren), daarover zijn de meningen verdeeld - aldus de arts die ik donderdag zag.
   Nu voel ik me weer bijna tiptop. En ben ik toe aan een echte cocktail. Met gin, rum of wodka.

10 april 2015, Steven Verhelst
Oude woorden
 
Roswell

In 2008 was ik een jaar lang als New Journalist verbonden aan Passionate Magazine, en schreef ik verhalen op de rand van fictie en journalistiek.
   New Journalism is bekend door schrijvers als Tom Wolfe, Truman Capote en Hunter S. Thompson (hoewel de laatste liever de term Gonzo Journalism voor zijn eigen, bizarre schrijfstijl gebruikte - hij zag zichzelf ook niet als rapporteur van nieuws).
   Een van mijn stukken ging over een bezoek aan Roswell, waar ik een UFO spotter tegen het lijf liep. Passionate Magazine bestaat niet meer als papieren blad, maar op Passionate platform valt nog steeds veel te lezen. Zelfs mijn stuk over UFO spotten.
   
19 februari 2015, Steven Verhelst
Nederlandse woorden

Behalve leuke Vlaamse woorden, bestaan er natuurlijk ook geinige Nederlandse. Je hoort ze alleen niet zo vaak. Zoals koeterwaals, muilpeer, lummelen, baardaap, veeg uit de pan, lamzak, sloddervos, minkukel, antimassakar en wiedeweerga. Probeer morgen minstens drie van deze woorden te bezigen, en het komt wel goed met uw humeur.

4 februari 2015, Steven Verhelst
Luilekkerland

leguaan

Op een paar van de kleinere Exuma cays komt de ringstaartleguaan voor. Vroeger werden ze gegeten, maar nu is dat verboden. Tegenwoordig worden ze gevoerd, door toeristen. Het is een luilekkerland voor de leguanen.
   In de zon zitten en niets doen. Wachten tot er voedsel voorbij komt.
   Zo is het leven van mensen ook ongeveer. Voedsel verzamelen wordt grotendeels door machines gedaan. We kunnen bij de bakker langsgaan voor een brood, of bij de supermarkt voor een diepvriespizza. Goed, we hebben ander werk, maar ook dat wordt ooit misschien door machines overgenomen. Wat moeten we dan de hele dag doen? Televisie kijken? Websurfen? In de zon zitten, net zo lang todat een machine ons komt voeren?

20 januari 2015, Steven Verhelst
Brommer op zee

Op het strand stond een enorme driewieler, met grote, groene, plastic wielen die tot aan mijn borst reikten. Het was een soort waterfiets, waarmee je vanuit de branding de zee in kon rijden. Dat deed ik uiteraard. Trappen, dobberen op de oceaan. Ik moest glimlachen en voelde me vrij. 
   Ik dacht aan het verhaal Brommer op zee van Maarten Biesheuvel, waarin de hoofdpersoon 's nachts alleen op het achterdek stond en opeens een jongen op een brommer aan zag komen rijden. Gewoon over de golven. Die jongen was begonnen om een speld langzaam op een wateroppervlak te leggen. Daarna volgden steeds zwaardere voorwerpen. Totdat hij zich met een brommer over zee kon bewegen. Het was vooral zaak, zei hij, dat de banden aan de zijkant niet nat werden.
   Eigenlijk was het geen brommer, zei Biesheuvel later in een interview. Zelf was hij ook op vrachtschepen op zee geweest. Het was een soort snorfiets.
   Ik reed voort op mijn waterfiets, over de golven. Als ik zo door zou gaan, zou ik over de wereldzeeën kunnen rijden. Als een soort piraat, een vagebond op de oceaan. Af en toe zou ik stoppen op een eiland, Cuba, Jamaica, om rum te drinken. Maar mijn benen werden moe, en ik reed over het water terug naar het strand van Exuma, waar ik aan de bar een cocktail met rum bestelde.

17 januari 2015, Steven Verhelst

Archief 2015




Archief 2014

Archief 2013

Archief 2012

Archief 2011

Archief 2010

Archief 2009

Archief 2008

Archief 2007

www.stevenverhelst.nl


Want zelfs de raarste wereld dient beschreven te worden