banner
Anti-ellende

Zelfs na een nacht waarin ik bijna veertien uur geslapen had, voelde ik me nog moe. Ik was terug in Duitsland, de lucht buiten zag grijs, en mijn fietsband stond voor de derde keer dit jaar lek.
   Soms zou ik willen dat er een anti-ellende spray bestond, zoals er ook deodorants bestaan. Een deodorant maskeert nare luchtjes, een anti-ellende spray lost met één druk op de spuitbus ongewenste situaties op en laat terstond het paradijs verschijnen.
 
30 maart 2009, Steven Verhelst
Lake Lagunita

Lake Lagunita

In de laatste dagen van mijn vakantie in Californië probeer ik zoveel mogelijk zon op mijn schedel te krijgen. Vandaag zit ik aan de rand van Lake Lagunita, een meertje op de Stanford Campus dat zich elke winter met regenwater vult, en gedurende het voorjaar langzaam opdroogt.
   Mijn laptop is opengeslagen, en ik kijk af en toe naar de meisjes die voorbij rennen met hun billen in strakke sportbroekjes.
   Mark Twain schrijft: A human being has a natural desire to have more of a good thing than he needs. En ik denk: ik zou hier de rest van mijn leven willen blijven zitten, in de zon, met mijn laptop en de meisjes die voorbij rennen. Het enige wat ik nodig heb, is een stopcontact.
 
27 maart 2009, Steven Verhelst
Meyer Library

Meyer Library Stanford

Andreas Mahlknecht, de hoofdpersoon uit de roman Stand-in van schrijver Ernest van der Kwast, werd geboren in Bad Brambach. Maar de eigenlijke geboortegrond van Andreas Mahlknecht is de Meyer Library op de Stanford University campus. Daar werden de eerste hoofdstukken geschreven van dit hilarische prachtwerk.
   Deze dagen zit ik zelf in de Meyer Library te werken aan een verhaal met de werktitel De begrafenis van mijn broer. Het moet een meesterwerk worden. Deze bibliotheek heeft een goede reputatie als het om meesterwerken gaat.

26 maart 2009, Steven Verhelst
Highway

highway

Een GPS systeem is handig, maar niet altijd betrouwbaar.
   Ik reed op de highway van Monterey naar San Francisco en had een verkeerde afslag genomen. Anders dan een Freeway, is een highway een snelweg die ook kruisingen heeft. Waar je dus linksaf kunt slaan met tegenliggers die 65 mijl per uur rijden.
   ‘Maar hier een U-turn,’ zei mijn GPS systeem, terwijl meerdere SUV’s uit tegengestelde richting kwamen aanstormen.
   Ik reed door.
   Misschien had ik het moeten doen, die U-turn, dan kon ik weer één item van de lijst try before you die afstrepen. Maar waarschijnlijk zou dat ook het allerlaatste item zijn geweest.

25 maart 2009, Steven Verhelst
Vakantiemelancholie

In Carmel wandelde ik op het strand, en daarna at ik zeevruchtenpasta in restaurant Little Napoli. Het zijn de twee dingen die ik altijd doe wanneer ik in Carmel ben. Het strand en de pasta waren ooit getuigen van een geluksgevoel dat in mij huisde. Maar dat geluk is lang geleden verdampt.
   Ik was niet in een vrolijke stemming.
   Op het strand las ik een hoofdstuk uit Blauwe Maandagen van Arnon Grunberg. Veel vrolijker werd ik daar niet van.
   Wat op sommige momenten geluk is, is later iets gewoons, iets vervelends. Het is net als zand tussen je tenen. Op het strand voelt het goed, maar thuisgekomen wil je het zo snel mogelijk van je voeten spoelen.

24 maart 2009, Steven Verhelst
Onthaasten

Ik betrok een motel aan highway 1, tussen Santa Barbara en Monterey. Er was geen tv, geen internet, geen stad of dorpje met een café om mensen te ontmoeten.
   Dit was onthaasten: op bed zitten, alleen met mijn gedachten, oog in oog met de brandmelder en een schilderij van de stille oceaan.

23 maart 2009, Steven Verhelst
Neverland

neverland

Ik ging wijn proeven in Los Olivos, maar eerst reed ik over Figueroa Mountain Road de heuvels in, op zoek naar Neverland, het persoonlijke pretpark van Michael Jackson.
   Op de plek waar mijn GPS systeem mij liet stoppen, vond ik niks. Alleen wat prikkeldraad, een paar bomen, heuvels en gras. Geen achtbanen, geen dierentuin, geen botsauto’s.
   Neverland is vernoemd naar een eiland in het verhaal van Peter Pan, waar kinderen nooit volwassen worden. Maar de Neverland Ranch is verkocht, althans, dat is het gerucht. Een land waar kinderen hun onschuld houden, bestaat niet. En elke poging het uit de grond te stampen, is ijdelheid, het najagen van wind.

21 maart 2009, Steven Verhelst
The birds

Meeuwen

Op Anacapa, het op één na kleinste eiland van de Channel Islands voor de kust bij Santa Barbara, komen elk jaar tienduizend meeuwen bijeen om te broeden.
   Ik maakte een wandeling op Anacapa, en soms begonnen de vogels opeens te schreeuwen. Het leek nog het meest op het hoge geblaf van een klein hondje.
   Het ergerde mij niet. Veel minder althans dan het geschreeuw van de schoolklas op de boot naar het eiland toe. Wat mij betreft hadden de vogels af en toe een van de kids mogen aanvallen. Maar dit waren meeuwen, geen vogels uit een film van Alfred Hitchcock. En dat was jammer. Want alleen die vogels van Hitchcock hadden de kinderen in bedwang kunnen houden.

20 maart 2009, Steven Verhelst
Kraken

CA

De meeste huizen in Californië zijn gemaakt van hout. Ook het hotel in Hollywood dat ik op mijn rondreis door Californië aandeed. Krakend hout. Elke stap van de bovenburen was te horen.
   Ik kwam veel vroeger terug van mijn avondje uitgaan dan mijn bovenburen. Mijn geld was tegen middernacht al opgeraakt in een stripclub op West Sunset Boulevard. Dus ik was maar vroeg naar bed gegaan. Alleen.
   Om drie uur ’s nachts werd ik gewekt door de bovenburen. Het was een ritmisch, krakend geluid. Soms snel, dan weer langzamer.
   Hier was slechts één woord voor: wippen.


19 maart 2009, Steven Verhelst
Jacky Brown

Del Amo Shopping Mall

Ik huurde een auto op LAX, het vliegveld van Los Angeles, en ik werd genaaid. Natuurlijk werd ik genaaid. Iedereen die een auto huurt, krijgt een groter model in zijn maag gesplitst, hogere verzekeringskosten en een GPS systeem waar je niet op zit te wachten.
   Het was lunchtijd, en ik reed naar het Del Amo Shopping Center. In de film Jacky Brown wordt een paskamer in dat shopping center als decor gebruikt voor de overhandiging van een half miljoen dollar aan gesmokkeld geld. Ik parkeerde mijn auto op een van de enorme parkeerterreinen, at een salade in het food court en kocht een nieuw jasje bij Billingsley’s.
   Ik keek in de spiegel van de paskamer en dacht na wat ik zou doen met een half miljoen. Cosmetisch-chirurgische ingrepen? In Vegas mijn geluk beproeven? Een hutje op het strand van Hawaii kopen en alle dagen achter mijn laptop tropische cocktails drinken, terwijl meisjes in strakke bikini wachten tot ik naast hen kom liggen?
   Er stond geen tas met geld. Ik vond niets anders dan een paar losse spelden en papiersnippers, stille getuigen van mijn dromen om mijn leven compleet om te gooien.

18 maart 2009, Steven Verhelst
Toiletten

Ik kan maar niet wennen aan de toiletten in de VS.
   De eerste keer dat ik in de VS naar het toilet ging, was meer dan tien jaar geleden op JFK, een van de vliegvelden in New York. Achter de deur die ik open trok, bevond zich een pot die bijna tot de rand toe gevuld was met water.
   ‘Deze is verstopt,’ zei ik bij mijzelf
   Het volgende toilet zat ook vol water. Ook verstopt, dacht ik.
   Maar nood breekt wetten. Ik maakte gebruik van de verstopte wc en verliet het hokje zonder door te trekken, uit angst dat de pot zou overstromen.
   Die avond, in mijn hotelkamer op Longwood Avenue in Boston, kwam ik er achter dat de toiletten in de VS op die manier ontworpen zijn, met water dat hoog in de pot blijft staan. En dat voor veel terugspattende druppels met bijbehorende frustraties zorgt.
 
17 maart 2009, Steven Verhelst
Abstinence

get lei-d

Gisteravond was ik op de Hawaiian “Get Lei-d” party van Masoud. Ik droeg schertsend een “abstinence”-adverterend t-shirt, dat de homerun (intercourse) ontmoedigt. En natuurlijk sloeg ik geen meid aan de haak die met mij mee naar mijn logeeradres wilde.
   Het is verbazend dat in veel Amerikaanse staten geen gewoon seksueel onderwijs wordt gegeven. Er wordt slechts een maagdelijksheidbeleid gevoerd om seksuele overdraagbare aandoeningen te voorkomen.
   Ik vind: voorlichting hoort bij de scholing. En hoe eerder, hoe beter.
   Toen ik op de basisschool zat, kende ik maar één meisje dat ooit op het derde honk geweest was. ‘Wil je mijn vingers ruiken?’ vroeg de jongen met wie ze in het park was geweest. Maar niemand durfde.
   Tegenwoordig worden er op die leeftijd al homeruns geslagen – op seksueel gebied. Maar Amerikanen zijn te bang om dat te erkennen. Bang om de resultaten te zien van de maatschappij die ze zelf gecreëerd hebben.
 
15 maart 2009, Steven Verhelst
Hete beesten

private

Niet ver van de gate op het vliegveld van München, waar ik moest instappen voor mijn vlucht naar Chicago, zat een sexshop. Dat heb ik nog nergens anders ter wereld gezien.
   Voor als je nog snel even een zweepje wil kopen. Of een tax-free latex pakje.
   Duitsers zijn hete beesten, hoe nors ze soms ook lijken. Zoveel is me nu wel duidelijk.

14 maart 2009, Steven Verhelst
Cactus

Organ Pipe Cactus National Park

Mijn vorige vakantie in de VS leidde naar het Organ Pipe Cactus National Monument in Arizona. Ik was er met een meisje, maar ik wist: na deze vakantie gaan we uit elkaar en hebben we nooit meer contact.
   Heel af en toe, als ik een cactus zie, steekt het wel eens. Niet in mijn vingers, maar in mijn hoofd.
   Geen enkel mens past perfect bij een ander exemplaar.
   Maar ik pas perfect bij mijzelf, cactusfruit etend, wodka met limoen drinkend. Dronken, oog in oog met het laptopscherm dat mijn spiegelbeeld vormt.

 
13 maart 2009, Steven Verhelst
Van pechvogel tot alcoholist

Triumphator doppelbock

‘Aufmachen!’ riep ik, terwijl ik op de winkeldeur van de bakker bonsde. ‘Aufmachen!’
   Ik was in rap wandeltempo door de regen van mijn werk op weg naar huis gegaan, want voor de derde keer dit jaar stond mijn fietsband lek, en de bus was al weg.
   Maar ik kwam te laat om bij de bakker nog brood te halen.
   ‘Ik ben een klant!’ zei ik luid. ‘Ik wil iets kopen.’
   De bakker stond glimlachend aan de andere kant van de glazen deur. Maar die deur bleef dicht. Een rare mentaliteit voor een handelaar, zeker in deze crisistijden.
   ‘Doe maar wat door de brievenbus, als de deur al op slot zit,’ riep ik. ‘Een saucijzenbroodje, een appelflap, een uitgedroogde roggenboterham! Ik ben met alles tevreden.'
  De bakker verdween, en ik bleef nog een paar minuten tevergeefs wachten op een klepperende brievenbus.
   Thuis keek ik in de koelkast. Er stonden twee flessen Starkbier. Doppelbock. Dat drinken de monniken tijdens de vastentijd, wanneer ze alleen vloeistoffen mogen nuttigen. Ze brouwen extra zwaar bier. Niet alleen met een hoger alcoholpercentage, maar ook met een hoger aandeel van koolhydraten. Eén liter staat gelijk aan zestien boterhammen. En zo kwam ik toch nog aan een verzadigende avondmaaltijd.

11 maart 2009, Steven Verhelst
Ezel

Sydney - Circular Quay

Tim Krabbé schrijft dit jaar het boekenweekgeschenk Een tafel vol vlinders. Hij was onlangs in het kader van de boekenweek gefotografeerd als ezel, en vertelde daar vorige week over bij Pauw en Witteman.
   Krabbé schreef ooit het boek Een goede dag voor de ezel, kwa verhaal aardig, maar stilistisch geen hoogvlieger. De ezel waarnaar de titel verwijst, is een man die als ezel verkleed op de pier in Sydney staat. Als standbeeld. Hij doet letterlijk niets om zijn geld te verdienen. Acht uur per dag staat hij stil, en gaat dan met het hem toegeworpen geld naar huis.
   Krabbé beweert deze ezel ooit gezien te hebben toen hij in Australië was. Volgens hem is de ezel zelfs als een klein, vaag figuurtje op Google Maps te zien.
   Drie jaar geleden was ik zelf op de pier van Sydney, maar de ezel heb ik niet gezien. Misschien was hij ziek, of zat hij op het toilet. Maar waarschijnlijk is het vage figuurtje op Google Maps iets heel anders. Een vuilnisbak, een parasol, een hersenskronkel van de schrijver.

10 maart 2009, Steven Verhelst
Veroordeeld

De fruitsituatie in Freising is belabberd. De kiwi’s zijn groene stenen, de aardbeien, geïmporteerd uit Spanje, smaken naar water. En rijpe mango’s kom ik hier zelden tegen.
   Er zijn slechts drie soorten fruit die acceptabel zijn: appels, sinaasappels en bananen.
   In Californië, dat ik negen maanden geleden verliet, waren er altijd tropische vruchten te krijgen. En van maart tot oktober was het aardbeientijd.
   Komende vrijdag keer ik voor twee weken terug naar Californië. Tot dan ben ik veroordeeld tot de appel, de sinaasappel en de banaan.

8 maart 2009, Steven Verhelst
VeldkampOverhemden!

Wanneer ik overhemden sta te strijken, moet ik wel eens aan Bart Veldkamp denken. Zijn ouders hadden vroeger een stomerij, die tegenwoordig door zijn zus Evelien is overgenomen.
   Uiteraard moest hij vroeger in de zaak helpen. Overhemden strijken, of theedoeken mangelen. Dat was natuurlijk klotewerk.
   Als hij er tijdens een schaatswedstrijd compleet doorheen zat, schreeuwde zijn vader, die ook zijn coach was, van langs de kant: ‘Overhemden! Overhemden!’
   Wie schaatste, hoefde geen overhemden te strijken. En bij die gedachte ging Veldkamp weer een slag sneller.
   Ik hou ook niet van strijken. Maar nog minder van schaatsen. Als kind werd ik wel op het ijs gezet en pas opgehaald als mijn voeten pijn deden. Dus als ik sta te strijken, roep ik wel eens: ‘Schaatsen!’ En ga ik fluitend verder met het volgende overhemd.

6 maart 2009, Steven Verhelst
Boomerang

Don't hassel the hoff

Sommige geschenken komen als een boomerang naar je terug. Ooit nam ik voor iemand God’s gift mee als kerstkado, een boekje met foto’s van harige hunks uit de jaren 70 en 80.
   Hét icoon van de eighties is natuurlijk David Hasselhoff, die als Michael Knight de strijd aanging met criminaliteit. In Duitsland stond Hasselhoff eind jaren 80 zelfs aan de top van de hitparade met Lookin’ for freedom, een afschuwelijk nummer.
   Nog steeds melkt Hasselhoff zijn imago uit. The Hoff  heeft tegenwoordig een eigen MySpace-achtige pagina, waar iedereen die terugverlangt naar de jaren 80 lid van kan worden. Er is een biografie, en natuurlijk zijn er t-shirts, waarvan ik er onlangs eentje kado kreeg.

4 maart 2009, Steven Verhelst
Truukfoto

WBC

2 maart 2009, Steven Verhelst
God haat Nederland (of toch niet?)

wbc

De Westboro Baptist Church uit Topeka, Kansas, is een klein kerkje met een hele grote mond. Sinds 1991 houden ze demonstraties tegen alles en iedereen die in de verste verten iets met homoseksualiteit te maken hebben.
   De kerk kondigde afgelopen week op haar website aan te demonstreren bij de begrafenissen van de Nederlandse slachtoffers van de vliegramp op Schiphol. Want God haat het verdorven Nederland.
   Alleen... er zijn helemaal geen Nederlandse slachtoffers.
   Dezelfde dag nog werd er een tweede persbericht verspreid: demonstraties zullen plaatsvinden bij de begrafenissen van Turkse slachtoffers. Want God haat ook Turkije
   Eigenlijk haat God iedereen, behalve de leden van de Westboro Baptist Church.
   Gelukkig zijn er meerdere humoristische tegenacties geweest – zoals de website van de niet-bestaande Eastboro Baptist Church, en de tegendemonstratie door piraten van aanhangers van het Vliegende Spaghetti Monster. Want iedereen haat de Westboro Baptist Church. Misschien zelfs God.

1 maart 2009, Steven Verhelst


www.stevenverhelst.nl


Want zelfs de raarste wereld dient beschreven te worden