banner
Boksen zonder baard

De pub quiz is een verschijnsel in veel Engelse of Ierse pubs. Op een doordeweekse avond worden er een aantal rondes met vragen gesteld en de teams met de meeste juiste antwoorden krijgen een prijs. Een rondje bier, een fles wijn, een klein geldbedrag. Het is uiteraard bedoeld om mensen de kroeg in te lokken (en ze tot zuipen aan te zetten).
   Gisteren was ik in een Ierse pub in München. De quiz duurde van acht uur 's avonds tot bijna middernacht. En de kandidaten maar bier bestellen. Mijn team deed het goed, maar we vielen uiteindelijk net buiten de prijzen. Wel heb ik geleerd dat boksen de enige Olympische sport is, waarbij het verboden is om een baard te dragen.

30 maart 2012, Steven Verhelst
Kannibalisme

In een recente column kaart Ramsey Nasr het gebrek aan normen in Nederland aan. Hij verwijst ook naar de recente 'stunt' in het BNN-programma Proefkonijnen, waarin de twee presentatoren een stukje van elkaars vlees gegeten zouden hebben. Kannibalisme als entertainment.
   Ik zie eigenlijk niet in wat kannibalisme met normeloosheid te maken heeft. Toegegeven, de schokfactor leidt tot interesse van het algemene publiek. Maar wat is er fout aan kannibalisme? Tot voor kort wilde ik gecremeerd worden, wanneer ik dood zou gaan. Nu denk ik dat ik liever opgegeten zou worden. Door wie, maakt mij niet eens uit. Mensen, gieren, hyena's, andere aaseters. Het lijkt me de ultieme recycling. Uitermate geschikt voor linkse milieu-activisten.

28 maart 2012, Steven Verhelst
koudLente

De lente is begonnen, de zomertijd is begonnen en het is negentig graden onder nul. Dat wil zeggen: in de kolf waar mijn chemische reactie plaatsvindt. Buiten schijnt de zon en fluiten de vogels. De tijden dat ik als eskimo over straat moet, zijn gelukkig weer voorbij.


27 maart 2012, Steven Verhelst
Dromen van de fiets

Vandaag fietste ik hetzelfde rondje als vorige week, door Oberbayerische dorpjes als Riegerau, Gaden, Eittingermoos. Het leek alsof ik de hele weg tegenwind had. Maar goed, als je hard genoeg fietst, heb je altijd tegenwind. Ik kon flink doortrappen, en waar mijn hartslag vorige week nog boven de 170 steeg, stond mijn polshorloge nu op 81.
   Was mijn conditie in één week zo enorm toegenomen? Reed hier een nieuwe Indurain?
   Miguel Indurain, de stoïcijnse, Spaanse wielrenner die vijf keer de Ronde van Frankrijk won, was op de fiets geen mens, maar een machine.  Hij had het vermogen van een flinke brommer, zijn rustpolsslag lag onder de 30 en zijn recuperatievermogen was fenomenaal. Een minuut nadat hij over de finishlijn kwam, was zijn hartslag van 190 tot 60 gedaald. Dat schreven de kranten tenminste.
   Ik verschoof de hartslagmeter op mijn borst een klein stukje, want hij zag scheef. Vrijwel meteen steeg het nummer op het display van mijn polshorloge met bijna honderd slagen per minuut. De korte dagdroom dat ik ooit nog de Ronde van Frankrijk zou winnen, was daarmee direct verdwenen, weggewaaid met de wind.

25 maart 2012, Steven Verhelst
Ver

hermans

In een interview (waarvan beelden in het vroegere Letterkundig museum – van voor de verbouwing – te zien waren) zei schrijver W. F. Hermans ooit: 'De meeste schrijvers zijn mislukte schrijvers.'
   En nu is het de bedoeling dat ik geen mislukte schrijver word.
   Ook zei Hermans dat een schrijver zijn hele leven in dienst van het schrijven moet stellen. De schrijver moet de realiteit door een zeef halen, en al het bruikbare er uit filteren.
   Of moet een schrijver ook nog actief op zoek gaan? En hoe ver moet hij gaan? Hoe ver moet hij gaan om het juiste idee te krijgen en dat idee zo goed mogelijk uit te werken? Hoe ver mag hij gaan?
   Ik zal die vraag uitwerken in een nog te schrijven verhaal. Een verhaal over een schrijver, die ver gaat, misschien wel te ver. Een verhaal waarvoor ik zal afdalen naar de zwarte diepten van mijn ziel. Hoe ver zal ik zelf gaan om dat verhaal te schrijven? Ver. Zo ver als moet.

23 maart 2012, Steven Verhelst
Venus en Jupiter

venus en jupiter

Ik heb een simpele digitale camera, gewoon in de aanbieding gekocht bij Saturn/Media Markt. Maar zelfs daarmee kon ik, vanuit mijn open raam en bij het licht van straatlantaarns, de planeten Venus en Jupiter fotograferen. Goed, niet zo scherp als Marcel, en ook zonder de manen van Jupiter. Maar voor een uit de losse pols geschoten plaatje lang niet slecht.

21 maart 2012, Steven Verhelst
Benen

Hartslagmeter om, mijn oranje schoentjes in de toeclips, bandana op mijn schedel voor de El Pirata look, en toch ook nog maar een fietshelm.
  Ik ben geen echte wielrenner, dat geef ik open toe. Mijn benen zijn ongeschoren en ik weet niet eens welke tandwielen ik voor en achter heb. Toch geniet ik van het asfalt dat onder mijn witte Specialized door raast, voor het eerst dit jaar.
   Mijn hartslag stijgt al snel tot 170 en bij het eerste viaduct moet ik al naar een kleiner voorblad schakelen. O, winter, wat heeft u met mijn benen gedaan?

18 maart 2012, Steven Verhelst
Vijf is te veel

Ik drink graag Pilsner Urquell, het originele pilsje uit de Tsjechische plaats Plzen. Bij de supermarkt stopte ik de flesjes in mijn plastic tas. Eén. Twee. Drie. Vier. Vijf. Bij de vijfde scheurde de onderkant van mijn – toegegeven – al vaak gebruikte draagtas. PETS. Twee flesjes spatten op de vloer in scherven.
   Het kassameisje keek al niet vrolijk, en nu kauwde ze met nog meer verveling en zelfhaat op haar kauwgom. Ze nam mijn geld in ontvangst en pakte een keukenrol om de vloer schoon te maken.
   Ik greep mijn overgebleven biertjes en maakte mij uit de voeten. Met een bier-doordrenkte sok, dat wel. Maar er zijn ergere dingen. Op een stralende zaterdag bij een supermarkt achter de kassa zitten, bijvoorbeeld.

17 maart 2012, Steven Verhelst
Aufheben

'Bitte aufheben,' zei de man bij het stembureau afgelopen zondag, toen hij mijn stemkaart teruggaf.
   Ik had geen idee wat het betekende, maar het zou  wel zoiets zijn als: vernietigen, mee naar huis nemen en tienmaal doormidden scheuren om verkiezingsfraude te voorkomen. Duitsers houden van grondig.
   Thuis gooide ik de stemkaart bij het oud papier.
   Pas vandaag hoorde ik dat er over twee weken weer burgemeestersverkiezingen zijn, tussen de twee topkandidaten, aangezien niemand meer dan 50% van de stemmen had gekregen.
   'Aufheben' betekent bewaren, las ik in een online woordenboek.
   Weer wat geleerd. En ik zal voor die tijd mijn stapel oud papier nog maar even naast de voordeur laten liggen.

14 maart 2012, Steven Verhelst
Moeilijk vrouwtje

weinmesse

Ik was op een wijnbeurs in München, op zoek naar een paar goede rieslings en pinot blancs, want mijn witte wijn collectie was slinkende.
   Bij de stand van Weingut Graf von Kanitz merkte een vrouw mijn Stanford sweatshirt op en zei dat Amerikanen geen verstand van wijn hadden. Dat er in Amerika geen goede wijn geproduceerd wordt.
   ‘Ik ben geen Amerikaan,’ zei ik. ‘Ik kom uit Holland.’
   ‘Ooow,’ zei ze, en legde een arm om mij heen. Haar haar was donkerbond geverfd, haar lippen rood gestift, en ze had kleine tietjes onder haar zwarte bloesje. ‘Uit Holland.’
   ‘Trouwens, volgens mij zijn er wel goede wijnen in Amerika.’
   ‘Nou, volgens mij niet. Als je een etiket met het woord wijn op een fles azijn plakt, zeggen ze nog dat ze het lekker vinden.’
   De beste wijnen in mijn kleine verzameling komen uit Napa en St. Ynez valley.
   Ik stak mijn neus weer in mijn glas riesling en snuffelde het aroma op.
   ‘Waarom drink jij trouwens alleen maar witte wijn?’ vroeg ze, terwijl ze met haar glas waar een Spätburgunder in zat, door de lucht zwaaide. ‘Lust je geen rood? De rode wijn is hier uitstekend. Neem toch een glaasje rood!’
   ‘Eerst neem ik wit, daarna pas rood.’
   Ze zuchtte en keek me aan. ‘Volgens mij ben jij een moeilijk mannetje. Iemand met speciale voorkeuren.’
   Op het moment gaf ik er de voorkeur aan dat ze mijn fluit in haar mond zou nemen, zodat ik tenminste in stilte wijn kon proeven. Maar ik zei het niet hardop, want naast haar stond haar man, of haar vriend, of haar broer. Ik zei: ‘Volgens mij ben jij zelf een moeilijk vrouwtje.’
   Buiten haar zicht knikte de man met zijn hoofd en gaf mij een knipoog.
   Daarna dronken ze alletwee hun glas uit en lieten mij gelukkig weer alleen.

12 maart 2012, Steven Verhelst
Oberbürgermeister

Ik heb nog nooit met een papieren stembiljet gestemd. Toen ik voor het eerst voor de Tweede Kamer stemde, was er al een elektronische stemmachine. En toen ik in Amerika woonde, was er net een proef met stemmen via internet.
   Vandaag kreeg ik in het stemhokje in Freising een papieren biljet waarop ik de kandidaat van mijn voorkeur voor de nieuwe burgemeester moest aankruisen. Ik had niet echt een voorkeur. Het kon me eerlijk gezegd mijn reet roesten. Maar ik had mijn electorale macht tenminste laten gelden.

11 maart 2012, Steven Verhelst
Speledingetje

heli

Ik weet het nog goed; ik was zes of zeven jaar. We waren op vakantie in het zuiden van Frankrijk, en op de markt in het plaatsje Barjac zag ik een speelgoedpistool waarmee je pingpongballen kon afvuren. Ik wilde het hebben, maar mijn ouders dachten daar anders over. Ik had genoeg speelgoed. Bovendien was mijn verjaardag  net geweest, en Sinterklaas was nog zo ver weg.
   "Ik wil naar Barjac, een pistool kopen" werd de meest uitgesproken zin tijdens die vakantie.
   Een paar weken geleden was ik op bezoek bij Marcel. Hij had een radiografisch bestuurbaar helikoptertje.
   Sinterklaas is al geweest, en mijn verjaardag is nog ver weg – maar dat kon me niet schelen. Een paar dagen geleden kreeg ik mijn 4-kanaals coaxiale helikopter bezorgd. Toen ik mijn eerste proefvlucht maakte, voelde ik me net neef Herbert uit de familie Knots.

9 maart 2012, Steven Verhelst
Plork

Tegenover mij in de trein terug naar München zat een plorkje (wie niet weet wat een plork is, moet dat maar in een online woordenboek opzoeken). Ze had stevige borsten van ruim een hand vol en billen waarlangs ik mijn wangen zou willen strelen. Maar ze had een langgerekt gezicht, en een centenbak.
   Ik ben hier in Duitsland wel meer meisjes met een centenbak tegengekomen. Een centenbak is het onfortuinlijke geval waarbij de onderkaak verder naar voren staat dan de bovenkaak. Het gaat vaak gepaard met een slissende uitspraak.
   De rest van de treinreis probeerde ik te slapen en deed ik slechts mijn ogen open wanneer ze opstond om naar de restauratie of het toilet te lopen.

7 maart 2012, Steven Verhelst
Natte voeten

goot

Door de straten in het centrum van Freiburg lopen tien centimeter diepe goten waardoor water stroomt. Je moet oppassen – vooral als je 's avonds uit de kroeg komt – dat je er niet per ongeluk in stapt. Het verhaal is dat je dan met een Freiburgse vrouw zal trouwen. Met de Duitse vrouwen heb ik het voorlopig wel gehad, dus ik kijk goed uit waar ik mijn voeten zet.

6 maart 2012, Steven Verhelst
Elektrophysiologie

restaurant

Ik ging eten in het beste restaurant van Freiburg, niet ver van mijn hotel. De meisjes van de bediening liepen in de lokale kledendracht, de obers in smoking.
   Leven is genieten, en genieten betekent een overstimulatie van de zintuigen.
   Met de overstimulatie van de smaak- en reukreceptoren zat het in dit restaurant wel goed.
   Als hapje bij het aperitief werd een klein, met zalm gevuld soufflétje geserveerd. De amuse was een trio van tonijn: medium op een bedje van Japanse groenten, een stukje sashimi, en een tonijn-tartare. Als voorgerecht kwam saibling op drie manier bereid: mi-cuit met kleine stukjes ei, een saibling carpaicco en een met saibling gevulde krokante cannelloni afgetopt met kaviaar. Ernaast werd een bolletje mierikswortelijs geserveerd. Het tussengerecht was filet van rog, met gesmoorde venkel, sinaasappel-gnocchi en een kreeftenjus. Daarna volgde reerug, gegarneerd met vanilleappel, aardappel-prei-puree, pompoen en blaadjes van spruiten. Er volgde een campari-parfait op een sinaasappelragout met een flinterdun sesamkletskopje, en als toetje liet ik de kaaswagen komen.
   De reerug deed me denken aan een gerecht van het met twee Michelin sterren gewaardeerde restaurant Picasso in het Bellagio Hotel te Las Vegas – hoewel het in Picasso beter was. Ook het décor, en de andere gasten. Dit restaurant in Freiburg had geen dresscode. Ik droeg een zwartfluwelen jasje, maar om mij heen zaten mensen in fleece-vesten, coltruien en pullovers. Ik zat te wachten op iemand die openlijk zijn neus ging zitten uitboren.
   Toen ik aan het dessert zat, kwamen er vier mannen aan de tafel schuin tegenover mij zitten.
   Het gehoor is iets wonderlijks. Door alle luchttrillingen van Duitse tafelgesprekken, lopende obers, klinkende glazen en getik van bestek heen, kon ik horen dat het vier Nederlanders waren. Of beter: twee Brabanders, een Rotterdammer en een Belg. Eén van de Brabanders kreeg de taak toegewezen om de wijn uit te zoeken. Na lang bladeren wees hij een rode wijn aan. De ober trok een bedenkelijk gezicht. ‘Weet u zeker dat u die fles bij de reerug wilt? Die wijn is veel te zwak. U moet een krachtigere wijn hebben.’
   Ik zat inmiddels aan een glas calvados als digestief.
   Bij het voorgerecht kregen de Hollanders een Müller-Thurgau, die de ober met het etiket naar voren presenteerde. Het gezelschap keek naar de fles alsof het een urn was die ze uitgekozen hadden om de as van een overleden vriend in te bewaren.
   ‘Wie wil er proeven?’
   De Brabander die de wijn had uitgezocht wees naar de Belg.
   ‘Hij hier. Doktor Müller keurt de Müller.’ Hij leek opgelucht dat hij deze taak met behulp van een grapje aan iemand anders kon toewijzen.
   Het bleken wetenschappers te zijn. Elektrophysiologen.
   Daar gaat ons belastinggeld dus aan op. Dure etentjes genieten onder het mom van werkbespreking.
   Ik wenkte de ober om de rekening, betaalde met mijn persoonlijke creditcard, vroeg om mijn jas uit de garderobe en liep met verzadigde zintuigelijke indrukken door de milde avondlucht terug naar mijn hotel.

5 maart 2012, Steven Verhelst

Duitse chemici

Ik zit in de trein naar Freiburg, op weg naar een bijeenkomst van het Gesellschaft deutscher Chemiker.
   Justus von Liebig, Ivar Ugi, Emil Knoevenagel, Otto Diels, Anton Vilsmeier, Friedrich Kekulé, Friedrich Wöhler. Duitsland heeft een reeks aan bekende chemici voortgebracht. Maar geen van hen zal in Freiburg aanwezig zijn. De doden zijn – zoals zo vaak – interessanter dan de levenden.

4 maart 2012, Steven Verhelst

Boekenkast

halal

In een van de schappen van De Slegte in Leiden kwam ik Yusef el Halal tegen. Beter hier, dacht ik, dan in de boekenkast van iemand die geen verstand heeft van literatuur.

1 maart 2012, Steven Verhelst

Archief 2012


Boarded up


December 2012

November 2012

Oktober 2012

September 2012

Augustus 2012

Juli 2012

Juni 2012

Mei 2012

April 2012

Maart 2012

Februari  2012

Januari 2012



Archief 2011

Archief 2010

Archief 2009

Archief 2008

Archief 2007


www.stevenverhelst.nl


Want zelfs de raarste wereld dient beschreven te worden