banner
Zwemmen

Vlak bij mijn huis is een zwembad, en een paar dagen geleden ging ik voor het eerst sinds zeven jaar weer eens zwemmen.
   Ik dacht aan: Zwembadplassers, Zwemmen met droog haar, De Zwembadpas. In het zwembad ligt de literatuur voor het oprapen.
   Misschien dat mijn literaire productie daarom zo lang heeft drooggestaan.
   Maar zwemmen verleer je niet, en na een paar minuten trok ik alweer mijn baantjes, in de schoolslag, en af en toe de borstcrawl. Schrijven verleer je hopelijk ook niet, en misschien kan ik ook daar weer eens baantjes  trekken.

4 november 2016, Steven Verhelst

Naamloze zielen

grafstenen

Op weg naar Somerville College in Oxford liep ik langs een klein kerkhof. De grafstenen waren verweerd, de namen weggesleten. In een steen was een potje boter-kaas-en-eieren gekrast.
   Hier lagen vergeten, naamloze zielen - zoals wij ooit ook zullen liggen. Door iedereen vergeten.

22 september 2016, Steven Verhelst

Joshua Tree

Joshua Tree

Drie dagen in Las Vegas is het maximum. Meer kan ik niet verdragen.
   Ik reed naar de Mojave woestijn en wandelde naar Teutonia Peak, waar je een machtig uitzicht hebt over alle Joshua Trees. Er was niemand - een mooi contrast met de chaos in Las Vegas.
   Joshua Trees groeien slechts op een paar plekken in Nevada en Californië. Waar het overdag meer dan veertig graden wordt, en 's nachts sterk afkoelt. Waar nauwelijks regen valt. Waar andere bomen opgeven - daar groeit de Joshua Tree.
   Soms vragen mensen welk dier je zou willen zijn. Maar biologisch gezien zijn we dieren. Misschien zou de vraag moeten zijn: welke plant zou je zijn? En ik denk dat het antwoord voor mij simpel is: een Joshua Tree.

23 augustus 2016, Steven Verhelst

Impossible

In de pub Rose & Crown in downtown Palo Alto zat ik aan de toog. Het begon zoals alle barverhalen begonnen: "Ik wilde net weggaan, toen..."
   Ik wilde net weggaan, toen een jongeman mij aansprak. Hij leek een beetje op Joran van der Sloot. Hij bestelde een bier, we raakten kort aan de praat en hij vroeg me mee te gaan naar het andere eind van de bar, waar zijn meisje wachtte.
   "Ze is saai," zei hij.
   Dus ik flapte er wat rare verhalen uit.
   Hij bleek voor een bedrijf te werken, dat namaakvlees en namaakkaas ontwikkelt gebaseerd op plantaardige ingrediënten. Impossible foods. In de ogen van het meisje zag ik dollartekens glinsteren.
   Later bleek het dat hij op een eerste date met het meisje was.
   "Ga niet nog eens met deze jongen uit," zei ik tegen haar, toen hij even naar de WC was. "Hij is onmogelijk. En voor je het weet lig je op de bodem van de oceaan."
   Toch gingen ze samen weg.
   Dan moet ze het zelf maar weten, dacht ik. Ik ging ook weg en fietste door de nacht naar mijn logeeradres.

19 augustus 2016, Steven Verhelst

Treinoverwinning

Ik ging vanochtend met een twintig kilo zware koffer op weg naar het station. Ik moest van Leuven naar Antwerpen naar Schiphol naar Reykjavik naar San Francisco. Ik was nog geen honderd meter op weg en een van de wieltjes van mijn koffer begon te haperen. Er was misschien iets tussen gekomen, maar ik kon niet zien wat. Het liep stroef, alsof er een rem op zat. Maar ik had geen tijd te verliezen en liep stug door.
   Het deed me denken aan mijn eerste vlucht van Europa naar San Francisco. Ik ging met twee koffers van elk bijna 32 kilo op weg van mijn huis aan de Boerhaavelaan naar Leiden centraal. Het regende licht; het was nog donker; en mijn koffers, die topzwaar waren, vielen bijna elke honderd meter om. Maar ik zette door en haalde de trein.
   Nu zette ik ook door. Mijn intercity naar Antwerpen had een kwartier vertraging. Op weg liepen we iets op het vertraagde schema in. Op Antwerpen centraal rende ik van het ene perron naar het andere, de koffer achter mij aan slepend, als een gevangene met een kanonskogel aan zijn been. De aankomst van de Thalys werd al omgeroepen, maar ik was nog net op tijd om naar binnen te springen.
   Geluk of volharding? Ik interpreteerde het als het laatste. Hier stond een winnaar. In sommige levens  moet je het met kleine overwinningen doen.

18 augustus 2016, Steven Verhelst

School

In de stalling waar ik mijn fiets op slot zette, zag ik een van mijn invalmeesters.
   "Jongens, jullie moeten nu naar huis, want ik ga ook zometeen weg," zei hij ooit, toen ik met A. op de Commodore-64 zat te spelen, de enige computer in de hele school. Wij treuzelden nog wat op de gang, loerden door de ramen van het klaslokaal., en zagen dat de meester zelf op de computer bezig was.
   Zo had elke leraar of elk voorwerp wel een anekdote. De hoofdmeester, die ons soms naar de supermarkt stuurde voor een groene appel en een zak zoute drop. Het schoolplein, waarop we wedstrijdjes sprinten hielden, want één jongen had een stopwatch op zijn horloge met honderdsten van seconden. De stoeltjes en tafeltjes die nog altijd dezelfde waren, maar veel kleiner leken dan vroeger. Het meisje (ze was er niet) dat al eens een piemel had vastgehouden.
   De tijd ging langzaam toen, de zomers waren loom en stil.
   Nu ging de school tegen de vlakte, maar niet na een laatste reünie. We stonden op het plein en dachten na over hoe het was, dertig jaar geleden, toen we er nog van droomden om astronaut, brandweerman en dierendokter te worden.

25 juni 2016, Steven Verhelst

Polen

yellow submarine

Twee weken geleden was ik in Polen, in de industriestad Lodz. In het vliegtuig kwam ik een oud-collega tegen, die naar dezelfde conferentie ging als ik. 's Avonds liepen we door de stad, op zoek naar bier, wodka en vertier. We vonden alledrie.
   Uit een open raam hoorden we muziek komen, en wij liepen direct naar boven. Het was een bar met een live jazz bandje. De toiletten waren ingericht als een gele onderzeeboot - een verwijzing naar Yellow Submarine van The Beatles, waarover de interpretaties uiteenlopen. Sommigen zien er connecties met drugs in, maar Paul McCartney zelf zei dat het een kinderliedje was.
   Toen de band zijn Poolse liedjes gestaakt had, en de meeste gasten al weg waren, zaten wij nog in de bar, naborrelend met de bandleden. Er werd gedronken en gerookt. Het was een zondagnacht in Polen. Een maandagochtend eigenlijk. Met een gele onderzeeër gingen we terug naar ons hotel. Of was het een tram?   
   
12 mei 2016, Steven Verhelst

Wordt Reve nog gelezen?

Vandaag is het tien jaar geleden dat Gerard Reve overleed.
   Eigenljk zou ik naar Machelen-Zulte moeten gaan, dacht ik gisteravond, om zijn graf te bezoeken.
   In De Wereld Draait Door werd aan enkele jongeren gevraagd of ze wel eens een boek van Reve hadden gelezen. Maar er gingen geen handen omhoog.
   Zou Reve gelijk krijgen met zijn volgende uitspraak? "Na mijn dood word ik op de scholen tien jaar vrijwillig gelezen en daarna nog eens tien jaar verplicht. Dan noemen ze een straat naar me. En dan ben ik helemaal vergeten. Niemand weet toch meer wie Tweede van der Helst was?"

8 april 2016, Steven Verhelst

Brussel

Het is al een aantal dagen na de aanslag op het vliegveld Zaventem en een metrostation in Brussel. Zwaargewonden liggen in verschillende ziekenhuizen in en rond Brussel. Ook in Leuven, waar ik woon. De bestrijding van het terrorisme door de politie heeft in de afgelopen maanden niet optimaal gefunctioneerd. Nu zijn er enkele betrokkenen ge-arresteerd, maar of het er veiliger op is geworden, blijft de vraag.
   Het allerergste komt nog, schreef Schopenhauer. Ik ben bang dat dat met het terrorisme door IS-aanhangers ook zo zal zijn. Het allerergste moet nog komen.
   Maar zelfs het allerergste zullen we kunnen weerstaan - daar ben ik zeker van.

25 maart 2016, Steven Verhelst

Poepen in het park

Vrijwel alle lezers van deze blog weten wat het woord poepen inhoudt. Maar in het Vlaams betekent het werkwoord poepen iets heel anders. Dat wist ik natuurlijk al, omdat ik minstens twintig boeken van Herman Brusselmans heb gelezen.
   Op weg van de dichtstbijzijnde supermarkt naar huis kom ik met de fiets langs een hondentoilet in een parkje. Vanavond zag ik er geen honden, maar wel iemand in een licht gehurkte houding. Ik kon zo snel niet zien of het een vrouw of een man was, maar de persoon had de broek half naar beneden gestroopt. De bleke billen weer kaatsten het maanlicht.
   Hier stond iemand te kakken, zo veel was zeker. In een laatste blik zag ik nog net een stuk toiletpapier in zijn hand wapperen. Er werd dus wel netjes afgeveegd, maar het betekende ook dat de persoon met voorbedachte rade hierheen was gekomen. Want wie heeft er toevallig een stuk toiletpapier op zak?
   Dit was de Nederlandse betekenis van poepen in het park. Ik hoopte maar dat ik een volgende keer misschien de Vlaamse betekenis tegen zou komen.

3 maart 2016, Steven Verhelst

Schrijfmachines

schrijfmachines

Toen ik in de schoolkrantredactie van Groenvoer zat, typte ik al mijn stukken nog met de schrijfmachine.
   Een tijdje geleden was ik in Gent. De plaatselijke boekhandel Limerick heeft de collectie schrijfmachines van W. F. Hermans in 2013 verkregen, dus ik ging uiteraard kijken. Hermans bezat zo'n 200 schrijfmachines. En daar stonden ze, in een achteraf kamertje van de boekhandel.
   Zijn handschrift is altijd slecht geweest, zei hij zelf ooit in een interview. Gelukkig had hij een schrijfmachine, een mooi verlengstuk van zijn schrijvende hand.
   Soms hoorde hij zijn machines tegen hem praten.
   'Ik hoor stemmetjes als "Ik, ik, ik, ...ik ook 'ns een meesterwerk schrijven!" Dan krijg ik gewetensbezwaren. Het liefst zou ik al mijn machines tegelijkertijd gebruiken.'
   Ik heb al jaren geen schrijfmachine meer. Ik moest het met de aanblik van Hermans' machines doen.

25
januari 2016, Steven Verhelst

Grunberg & visitekaartjes

visitekaartjes

Op de laatste dag van de Arnon Grunberg tentoonstelling met de titel Ich will doch nur, dass Ihr mich liebt, die in de bibliotheek van Leuven plaatsvond, ging ik erheen. Er waren manuscripten, foto's en snuisterijen uit het archief van Arnon Grunberg te zien.
   In zijn debuut Blauwe maandagen schrijft de hoofdpersoon dat zijn vader visitekaartjes had laten drukken met "De familie Grunberg wenst u een aangename verpozing." Die deelde hij uit als er visite kwam.
   Net zoals bij Gerard Reve, komt er in de boeken van Grunberg vaak geen normaal mens voor.
   Op de tentoonstelling hing een visitekaartje met precies die tekst. Dus misschien had de vader van Grunberg vroeger echt zulke kaartjes uitgedeeld.
   Uit de tijd dat Grunberg net naar New York was verhuisd, hingen er ook een aantal visitekaartjes van Grunberg zelf. "Professional Lavatory Attendant for hire", "Exciting company. Let me take you out for lunch at your own expenses".
   Ik ben ervan overtuigd dat Grunberg deze kaartjes ook echt heeft uitgedeeld. Zo leer je gratis mensen kennen. En dat kan nooit kwaad als schrijver.

9 januari 2016, Steven Verhelst

Archief 2016



www.stevenverhelst.nl


Want zelfs de raarste wereld dient beschreven te worden