banner
School

In de stalling waar ik mijn fiets op slot zette, zag ik een van mijn invalmeesters.
   "Jongens, jullie moeten nu naar huis, want ik ga ook zometeen weg," zei hij ooit, toen ik met A. op de Commodore-64 zat te spelen, de enige computer in de hele school. Wij treuzelden nog wat op de gang, loerden door de ramen van het klaslokaal., en zagen dat de meester zelf op de computer bezig was.
   Zo had elke leraar of elk voorwerp wel een anekdote. De hoofdmeester, die ons soms naar de supermarkt stuurde voor een groene appel en een zak zoute drop. Het schoolplein, waarop we wedstrijdjes sprinten hielden, want één jongen had een stopwatch op zijn horloge met honderdsten van seconden. De stoeltjes en tafeltjes die nog altijd dezelfde waren, maar veel kleiner leken dan vroeger. Het meisje (ze was er niet) dat al eens een piemel had vastgehouden.
   De tijd ging langzaam toen, de zomers waren loom en stil.
   Nu ging de school tegen de vlakte, maar niet na een laatste reünie. We stonden op het plein en dachten na over hoe het was, dertig jaar geleden, toen we er nog van droomden om astronaut, brandweerman en dierendokter te worden.

25 juni 2016, Steven Verhelst

Haring & Bier

Omdat er morgen een reünie van mijn lagere school plaatsvindt, was ik vandaag al naar Vlaardingen afgereisd. Dat trof, want het Loggerfestival was aan de gang. Vroeger heette dat het Haring & Bierfeest en vond het plaats op de eerste zaterdag van september, maar sinds een jaar of tien is het al in juni. Logisch, want dan komt de nieuwe haring.
   Ik at een maatje tegenover de Vlaardingse visbank, en ging daarna met mijn beste vriend naar café De Oude Maerkt, dat tegenwoordig anders heet. Ik dronk een paar biertjes en daarna een schelvispekel, want dat had ik al een tijd lang niet gedronken.
   Ik word oud, dacht ik, en hoewel ik geen dertig ben, kwam in mijn hoofd een gedicht van Lévi Weemoedt op:

Ik ben dertig jaar, en dagelijks in de kroten
'k Loop van café De Waal tot D'Oude Maerkt
Nog dertig jaar en ik word aangeharkt
En hopelijk van tijd tot tijd begoten.

24 juni 2016, Steven Verhelst

Brexit

Ik ben tegen referenda. Dat heb ik misschien wel eerder geschreven. Ik ga een keer in de zoveel jaar stemmen op een partij die mijn gedachtengoed zo veel mogelijk vertegenwoordigd, en dan vertrouw ik erop dat zij de meest verstandige beslissingen nemen. Want ik heb er geen verstand van en weet niet welke lange-termijn-gevolgen bepaalde acties zullen hebben.
   Hetzelfde is natuurlijk bij het Brexit Referendum aan de gang. De meeste mensen stemmen vanuit een onderbuikgevoel. Het nare is dat heel de EU nu daarmee in zijn maag zit, met in de nabije toekomst nare oprispingen van Fish & Chips, overgoten met vinegar.

23 juni 2016, Steven Verhelst

Zomer

De geologische (of weerkundige?) zomer is officieel begonnen, en het was direct droog en warm. Voor het eerst sinds weken. Zeker de wet van Murphy, want ik moest op de universiteit van Gent aantreden als commissielid bij een promotie. In toga. De ramen stonden open, maar dat hielp weinig.
   TIjdens de receptie ging de toga af, en in de trein deed ik mijn colbert uit en stropdas af. Maar de hitte was in mijn lichaam geslagen. Was ik maar in Californië, dacht ik, waar professoren in korte broek en t-shirt rondlopen...

22 juni 2016, Steven Verhelst

Schaken

schaken

Als tiener zat ik op een schaakvereniging. Eerst op HVO in Vlaardingen, daarna op HZP (het zwarte paard) in Schiedam. Met HVO speelde ik elk jaar het clubkampioenschap in Capelle aan den IJssel, in een of andere keet met de naam Paradijssel. Een paradijs was het niet. Onze wedstrijden verloren we steevast. Het hoogtepunt van mijn dag was een broodje kroket of frikandel, geserveerd door een norse, kale man. Maar er was gratis ketchup en mayonaise.
   Bij HZP ging het beter, en ik geloof dat ik ooit nog bij de eerste twintig van het Rotterdams kampioenschap ben ge-eindigd. Dat vond plaats aan de Slinge, ergens vlak bij een bibliotheek, want ik herinner me dat ik in de pauze tussen twee partijen een boekversie van Mevrouw Ten Kate had zitten lezen.
   Deze zaterdagmiddag moesten de Rode Duivels tegen de voetbalploeg van Ierland spelen, maar ik zat niet op een terras of thuis achter de televisie. Er was een snelschaaktoernooi voor grootmeesters in het oude stadhuis van Leuven. Met nummer 1 van de wereld Magnus Carlsen, voormalig wereldkampioenen Topalov, Kramnik en Anand, en Nederlands beste schaker Anish Giri. Ik ging kijken en volgde de partij tussen Giri en Carlsen. In de zaal zaten vijftig, zestig toeschouwers. Nerds - zo zagen ze er uit. Iets na vier uur klonk er gejuich vanaf de Oude Markt, niet ver van het Raadhuis - de Rode Duivels hadden gescoord. Ik bleef rustig zitten en staarde naar de monitor met het bord van de wedstijd Giri-Carlsen.

18 juni 2016, Steven Verhelst

Letterkundig Museum

Schrijvers pleiten voor meer subsidie aan het Letterkundig Museum, schreef De Volkskrant.
   Ik ben een onbekende schrijver. Of misschien ben ik helemaal geen schrijver meer. Maar ook ik ben voor meer subsidie voor dit museum.
   Het Letterkundig Museum is misschien het museum waar ik het vaakst ben geweest. Ik waalde graag door de vitrines waar tastbare bewijzen van de Nederlandse literatuur lagen. Een motorhelm van Jan Cremer, een stofzuiver van Simon Vestdijk, kroontjespennen van Gerard Reve, een manuscript van Joost Zwagerman, en natuurlijk het kapotte ritsje uit de spijkerbroek van Jan Wolkers, beroemd geworden door de scene in zijn boek Turks Fruit.
   Ik ben al jaren niet in het Letterkundig Museum gweest. De laatste keer dat ik er was, waren alle bovengenoemde dingen weggehaald. Misschien dat er daarom minder bezoekers komen en het museum in nood zit?

16 juni 2016, Steven Verhelst

Rode Duivels

In mijn buurt hangt uit veel ramen de Belgische driekleur om de Rode Duivels aan te moedigen. Dat is wel nodig, want de eerste wedstrijd ging jammerlijk verloren. Door onze straat reed de ijscoman en belde luid. Om het leed misschien nog iets te verzachten.

13 juni 2016, Steven Verhelst

Belgische kost

witloof

Wat is echt Belgisch behalve bier en frieten? Vanavond maakte mijn vrouw witloof in hesprollen (=witlof in ham, met kaassaus). En een Stella Artois erbij. Want Leuven is "the place to beer".

8 juni 2016, Steven Verhelst

Polder

Ik kwam aan in Lelystad. Vanaf het centraal station liep ik naar het Agora theater, waar het peptide symposium dat ik bezocht, zou plaatsvinden. Ik was nog nooit in Flevoland geweest (dat dacht ik tenminste; later realiseerde ik me dat ik ooit heb voorgelezen in Biddinghuizen op Lowlands).
   In elk geval stemde de binnenstad mij treurig en vervulde mij met schaamte. Een winkelstraat die me aan de koopgoot in Rotterdam deed denken. Kan dat niet beter? Maar misschien is dat Nederland. Sfeer maakt plaats voor functionaliteit.
   In plaats van schaamte zou ik mij trots moeten voelen, bedacht ik mij 's avonds, toen ik in de buurt van het station onder het genot van een biertje op mijn trein zat te wachten. Dit is land dat wij op het water hebben veroverd. Vroeger was dit de Zuiderzee. En nu wonen wij hier, nu drinken wij hier biertjes, doen boodschappen en gaan naar symposia. Dit is de polder, en Lelystad doet er misschien alles aan om zijn inwoners tevreden te houden met winkels, restaurants, cafés, scholen, speelplaatsen, een theater.
   Alles is veel voor wie niet veel verwacht, schreef J. C. Bloem in zijn gedicht De Dapperstraat.
   Is er geen Dapperstraat op Flevoland?

3 juni 2016, Steven Verhelst

De VlierDe Vlier

Ik maakte met vrienden een fietstocht naar microbrouwerij De Vlier in Holsbeek, niet ver van Leuven. Het was misschien wel een nanobrouwerij, want het geheel bevond zich in een dubbele garage onder een huis, met een bar en drinkruimte erboven, die plaats bood aan ongeveer twintig mensen.
   Er was een feestbier dat op de fles met champagnegist was gefermenteerd, een blond bier, een amber bier, en verschillende speciale bieren, waaronder een frambozenbier (dat licht naar tomaat smaakte). Lekker was het allemaal wel, en de terugweg leek veel korter dan de heenweg.












2 juni 2016, Steven Verhelst

Belgische belasting

Ik heb het gevoel dat ik steeds meer belasting betaal. In de Verenigde Staten was belasting betalen een lachertje. Zelfs de gecombineerde Federale en Californische Tax waren veel lager dan ik in Nederland gewend was. Hoe al die oorlogen in het Midden-Oosten bekostigd worden, is de vraag. Geen wonder dat er nauwelijks sociale zekerheid is.
    In Duitsland bedroeg de hoogste schijf 45%, maar dat is pas vanaf 250.000 euro; de schijf daaronder was 42%. Ik deed er uiteraard alles aan om zo veel mogelijk van de belasting af te trekken en bewaarde elk bonnetje dat in aanmerking kwam.
   Bij sommige mensen staat België bekend als belastingparadijs, maar dat geldt alleen voor mensen die niet werken en veel kapitaal hebben. Voor werkende mensen hanteert België een van de hoogste belastingtarieven ter wereld. De hoogste schijf 50% en die wordt al bereikt bij een inkomen van 37.870 euro.
   Dit alles leerde ik tijdens een voorlichtingsbijeenkomst over de Belgische belastingen, georganiseerd door de KU Leuven. Wat je kunt doen om zo veel mogelijk af te trekken en zo min mogelijk te betalen, werd niet gezegd. Maar dat hoop ik zelf nog uit te vinden.

1 juni 2016, Steven Verhelst

Archief 2016





www.stevenverhelst.nl


Want zelfs de raarste wereld dient beschreven te worden