banner
Shandy

In de flyer met het aanbod van de Bordbistro in de ICE zag ik het Engelse woord shandy als vertaling van "Radler", bier gemengd met citroenlimonade of Sprite dat al sinds jaar en dag populair is in Duitsland.
   Maar het woord shandy had ik vroeger al gehoord - voor het eerst in de disco-bar Shibumi aan de Vlaardingse Westhavenkade. Ik was er met een paar vrienden heen gegaan terwijl ik de leeftijd om te drinken nog niet bereikt had. Maar toen knepen ze wel een oogje dicht. Of de serveerster dacht: die arme jongen heeft wel een drankje nodig.
   Bier lustte ik toen nog niet - alles wat ik tot nu toe gedronken had, was wijn of rum-cola.
   "Neem jij maar een shandy," zei die vriend (die nu al jaren geen vriend meer is).
   Ik had bij God geen idee wat een shandy was.
   "Oh, een kinderbiertje," zei ze. "Zo noemen wij dat altijd."
   Het was dus bier met Sprite, en ik stond erop mijn drankje te wisselen met die toenmalige vriend, die zelf iets veel beters besteld had.
   Nog jaren zou het duren voordat ik echt een shandy dronk. In Duitsland was dat. Shandy mocht je het daar niet noemen - een Radler was het. Liever dronk ik trouwens een "saures Radler", waarbij geen Sprite of citroenlimonade, maar bruisend water wordt gebruikt. Dan is het niet zo zoet. Maar "saures Radler" kennen ze alleen in Beieren. Net zoals ze "shandy" waarschijnlijk alleen in Engels-sprekende landen kennen, en "kinderbiertje" misschien alleen in die discotheek in Vlaardingen.

26 februari 2016, Steven Verhelst

Hamster

In Antwerpen laat men in de gemeenteraad beledigingen op een scherm verschijnen als de raadsleden te lang spreken. "Jij bent een visboer" of "Je moeder was een hamster."
   Is het nu al komkommertijd In België? Of lijkt dat maar zo omdat ik vanochtend de gratis krant Metro lees in mijn trein naar Luik?

25 februari 2016, Steven Verhelst

Slokop

paletten

Anderhalve week geleden was ik bij de laatste Superprestige veldrit waaraan Sven Nys meedeed. De Noordzeecross in Middelkerke, nabij Oostende. Afgelopen zondag reed Nys zijn allerlaatste officiële wedstrijd in Oostmalle.
   Nys is net zo oud als ik; de Kannibaal van Baal werd hij ook wel genoemd. Omdat hij alles wilde winnen wat er te winnen viel. De afgelopen seizoenen was dat lastiger, vanwege de concurrentie van onder andere Mathieu van der Poel en Wout van Aert. En natuurlijk blijft er maar één renner die echt de titel Kannibaal verdient. Merckx.
   Sinds de superprestige heb nog geen tijd gehad om erover te schrijven, want ik wordt geteisterd door een andere kannibaal. De wetenschap - een slokop die zowat al mijn tijd in beslag neemt. Van het schrijven van subsidie-aanvragen tot het uitpakken van apparatuur in mijn nieuwe laboratorium aan de KU Leuven.
   In het Ruhrgebiet ging ik met de S-Bahn naar mijn werk. Verloren tijd, dacht ik, maar zo was het niet. Er waren altijd wel verloren minuten waarin ik kon lezen of schrijven.
   Nu fiets ik naar mijn werk. Dat is wel prettiger voor mijn lichaam en mijn humeur, maar niet voor deze blog.

24 februari 2016, Steven Verhelst

Kroketten

kroketten

Ik ben een krokettenliefhebber.
   Vincent van Gogh schilderde een groepje lelijke boeren rond een tafeltje met een pan piepers en noemde het de aardappeleters.
   Van mij zou je een portret kunnen maken onder de titel: de kroketteneter.
   Gisteren kwam ik in een bistro in een buitenwijk van Oostende. Een van de hoofdgerechten was een schotel met zeven verschillende kroketten. Binnen een seconde had ik mijn keuze gemaakt. En even later zat ik achter een bord met een kaaskroket, een hamkaaskroket, een garnalenkroket, een noordzeekroket, een kipkroket, een gehaktkroket en een pikante kroket.

12 februari 2016, Steven Verhelst

Grondpeer

grondpeerinuline
In mijn groententas zaten een viertal aardperen - hoewel mijn moeder beweerde dat het grondappels waren. Maar grondappels (ook wel yacon genoemd) waren het niet.
   De aardpeer is rijk aan de oligofructoseverbinding inuline. Een mens kan dat niet verteren, maar sommige bacteriën in de darm wel, waardoor de groei daarvan gestimuleerd wordt. Met de ontwikkeling van kooldioxide, waterstof en methaan als gevolg. Het eten van te veel grondperen kan daarom tot flinke winderigheid leiden. Gelukkig had ik maar vier aardperen.








10 februari
2016, Steven Verhelst

Zuurbier

Ik heb zuurbier ontdekt.
   Niet Wim Suurbier, de voetballer van Ajax die jaren met Johan Cruijff samenspeelde.
   Nee, oude gueuze.
   Het werd mij aangeraden door een vriend van me. 'Jij moet eens een oude gueuze proberen,' zei hij.
   Dus dat deed ik. Ik ben iemand die de suggesties van zijn vrienden nog waardeert.
   Oude gueuze wordt gemaakt van Lambiek, een bier dat ontstaat door spontane gisting. Lambiek wordt op eikenhoutenvaten gerijpt en is zuur. Waarom weet ik niet. De chemie daarachter moet ik nog eens uitzoeken. Het CO2 ontsnapt door het hout heen en het bier is daarom plat, zonder schuimkraag.
   Oude gueuze heeft niets met leeftijd te maken, maar met het recept (zoals ook bij oude en jonge jenever). Oude gueuze wordt 'gestoken' van jonge en oude lambieken, waarna hergisting op de fles plaatsvindt. Daardoor ontstaat er wel een schuimkraag op het bier.
   Sommige gueuzes worden gezoet, omdat men de zure smaak niet lekker vindt. Maar de 'oude gueuzes' zijn ongezoet en houden hun frisse, zure smaak. Een prima dorstlesser voor 's zomers in de zon.
   Nu is het winter, en drink ik ook graag een oude gueuze. De zomer ontstaat in mijn hoofd, als ik mijn ogen dichtdoe en denk aan de zon, aan vrouwen in korte rokjes.

6 februari
2016, Steven Verhelst

Kots

Op het station in Luik gaat alles wat inefficiënter dan ergens anders. Of misschien gaat in België alles inefficiënt. In elk geval had ik door een vertraging mijn ICE naar Keulen gemist en stond ik nu in de rij om te vragen hoe ik in godsnaam zo snel mogelijk in Dortmund zou komen.
   Maar de bedienden aan de loketten hadden blijkbaar ook vertraging. Ik stond samen een Duitser al bijna een kwartier te klagen hoe alles bij de Duitse spoorwegen veel beter was, toen ik eindelijk werd geholpen. Nog net op tijd om voor mijn vertrek in allerijl nog een groot blik Jupiler te kopen en het stressniveau te laten zakken.
   Ik zat in een boemeltrein naar Welckenraedt, waar ik moest overstappen op een boemeltrein naar Aken, waar ik moest overstappen op een boemeltrein naar Mönchengladbach, waar ik weer moest overstappen op een boemeltrein naar Dortmund.
   Maar goed, er zijn ook landen met stations waar slechts één trein per dag komt.
   'Wanneer komt die trein?'
   'Vandaag.'
   Dat idee.
   In plaats van te klagen dronk ik bier.
   Plotseling hoorde ik geklater. Alsof er water op de vloer viel.
   Een songtekst van de Raggende Manne kwam in mijn hoofd op.
   Altijd weer hetzelfde / Ik zag het honderd keer/ Dezelfde smaak / Dezelfde kleur / En alles begint te stinken.
   Het was kots. Vloeibare maaginhoud met brokken. Langzaam begon het ook zuur te ruiken.
   Meerdere mensen verlieten de coupé. Ook ik.
   Ik ging op het balkon staan en las in een boek van Maarten 't Hart. Ik was bij een passage waar hij beschreef hoe hij van het geloof gevallen was.
   Als ik nog niet van mijn geloof was gevallen, zou een dag als vandaag het misschien doen.

3 februari
2016, Steven Verhelst

Drie cent

België is nog bureaucratischer dan Duitsland. Dat schreef ik vorige maand al.
   In de afgelopen weken heb ik geprobeerd om mijn auto in te voeren.
   De eerste keer dat ik bij het douanebureau in Tienen kwam, werd ik weer naar huis gestuurd. Ik nog geen nationaal  nummer toegewezen gekregen, omdat de wijkagent nog niet bij mij thuis was langsgekomen.
   De tweede keer was alles in orde. Ik kreeg een roze formulier ter inschrijving van mijn auto, waar nog stempels op moesten komen van de keuring en de verzekering. Ook zat er een stuk opgeplakt met mijn informatie.
   'Voor die sticker moet ik u drie cent in rekening brengen,' zei de douanebeambte.
   'Wablief?' vroeg ik.
   Dat is Vlaams voor: wat zegt u?
   'Drie cent krijg ik van u.'
   Ik trok mijn portefeuille en gaf de man drie cent.
   Een zwerver had het nog niet geaccepteerd, maar de Belgische staat wel.

1 februari
2016, Steven Verhelst

Archief 2016




www.stevenverhelst.nl


Want zelfs de raarste wereld dient beschreven te worden